Luc en An openen voor de zesde keer hun huiskamer

Dag Luc en An! Fijn om ons al welkom te heten in jullie huis voor Chambres d’O van start gaat We willen jullie natuurlijk graag wat beter leren kennen. Kunnen jullie wat meer over jezelf vertellen?

Luc: We hebben al een rijk gevuld leven achter de rug, zowel in Gent als in de Vlaamse Ardennen. Uiteindelijk zijn we, als gepensioneerden, aangespoeld in Oostende. Een prachtige plek om onze laatste thuis te noemen.

Zoals je kunt zien, ben ik een enorme boekenliefhebber. Ik heb Romaanse talen gestudeerd en werkte als leraar Frans. De liefde voor taal en verhalen heeft me nooit meer losgelaten. Het is misschien een tikje uit de hand gelopen… Voor mijn andere grote liefde, An, heb ik zelfs een contract moeten tekenen: alle boeken moeten beneden blijven. Al maak ik een uitzondering voor het stapeltje dat ik nu lees – of de boeken van de bibliotheek.

An: Ik heb iets minder met boeken, beeldende kunst is waar mijn hart ligt. Ik gaf vroeger kunstateliers voor mensen met een mentale beperking, en zij maakten echt prachtige werken tijdens die sessies. De mooiste werken heb ik gekocht en hangen hier ook op.

Wat heeft jullie geïnspireerd om deel te nemen aan Chambres d’O en jullie huiskamer open te stellen? 

An: Elke keer dat je verhuist, laat je een stukje van je leven achter. Hier in Oostende moesten we helemaal opnieuw beginnen met het opbouwen van een sociaal netwerk. Initiatieven zoals Chambres d’O helpen enorm om nieuwe mensen te ontmoeten, zowel buren als andere cultuurfans. We hebben er zelfs al een paar mooie vriendschappen aan overgehouden.

Luc: We vinden het project ook heel boeiend. Met Chambres d’O hebben we al veel mooie dingen gezien. Het is dit jaar de zesde keer dat we meedoen. Wel hebben we dit jaar besloten om maar één dag ons huis open te stellen, zodat we de andere dag zelf naar voorstellingen kunnen gaan.

Hoe bereiden jullie je voor om het publiek te ontvangen?

An:  De woonkamer wordt de plek waar de voorstelling doorgaat, in de keuken zetten we een hapje en een drankje klaar. Zo blijven de mensen ook even plakken.

Luc: Ik ben altijd de gastheer aan de deur. Zo kan ik meteen helpen als iemand iets nodig heeft, zoals de weg naar het toilet of een andere praktische vraag.

Waarom hebben jullie specifiek voor de voorstelling Em’ly van Merel de Vider gekozen? Wat sprak jullie aan in dit stuk? 

Luc: Wat ons vooral aantrok, is dat deze voorstelling draait om literatuur – iets waar we een grote affiniteit mee hebben. In eerdere edities van Chambres d’O stond ons hele huis vaak open, maar dit jaar wilden we het wat intiemer en rustiger aanpakken.

Wat betekent Chambres d’O voor jullie?

An: Openheid en ontmoeting, zowel met de kunstenaar als de bezoekers.

Hoe denken jullie dat het publiek zal reageren op deze unieke setting en voorstelling?

Luc: Het publiek reageert altijd heel enthousiast. Er hangt vaak een soort nieuwsgierigheid, vooral bij buurtbewoners die benieuwd zijn hoe ons huis er vanbinnen uitziet.

An: Dat herken ik wel, want ik ben zelf ook altijd nieuwsgierig naar hoe anderen wonen. Maar ik vind het belangrijk dat er respect is. Soms zijn mensen wel érg nieuwsgierig en willen ze verder kijken dan waar ze welkom zijn (lacht). Je krijgt al genoeg indrukken in de ruimtes die voor het publiek toegankelijk zijn , lijkt me.

Welke boodschap willen jullie meegeven aan mensen die overwegen om deel te nemen aan Chambres d’O?

Luc: Het een laagdrempelige, maar tegelijkertijd zeer verrijkende ervaring op alle vlakken. En het beginpunt van goede vriendschappen.

An: Wat het zo charmant maakt, is dat kunstenaars hun voorstellingen op een informele manier kunnen uitproberen. Er heerst een enorme verbondenheid. De wijk wordt als het ware opengezet. Zo was er ooit een voorstelling in een rusthuis, wat ontzettend boeiend was om te zien. En voor de bewoners zelf was het mooi om zo weer contact te maken met de buurt.